-
1 een diepe slaap
een diepe slaap -
2 een diepe slaap
een diepe slaapVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een diepe slaap
-
3 in een diepe slaap zinken
in een diepe slaap zinken -
4 slaap
♦voorbeelden:een diepe slaap • un sommeil profondeen lichte slaap hebben • avoir le sommeil légereen onrustige slaap • un sommeil agitéslaap hebben • avoir sommeiliemand uit de slaap houden • empêcher qn. de dormirde slaap niet kunnen vatten • ne pas arriver à s'endormirvechten tegen de slaap • lutter contre le sommeilin slaap sukkelen • s'assoupir〈 eufemistisch〉 iemand in slaap brengen • endormir qn.een kind in slaap wiegen • bercer un enfant pour l'endormirzijn geweten in slaap sussen, wiegen • endormir sa conscienceover zijn slaap heen zijn • ne plus avoir sommeiluit zijn slaap opschrikken • se réveiller en sursautomvallen van de slaap • tomber de sommeilzware ogen hebben van de slaap • avoir les yeux lourds de sommeil -
5 slaap
1 [rusttoestand] sleep2 [neiging] sleepiness3 [zijvlak van het hoofd] temple♦voorbeelden:1 een diepe/lichte slaap • a deep/light sleepiemand uit de slaap houden • keep someone awakede slaap niet kunnen vatten • not be able to get to sleepin slaap vallen • fall asleephet was om bij in slaap te vallen • it was enough to put one to sleepals een blok/vast in slaap vallen • go out like a light2 slaap hebben • be/feel sleepyslaap krijgen • get sleepyomvallen van de slaap • be unable to keep one's eyes open -
6 een diepe/lichte slaap
een diepe/lichte slaapa deep/light sleepVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een diepe/lichte slaap
-
7 sleep soundly
diepe slaap slapen -
8 deep sleep
zeer diepe slaap -
9 diep
diep1〈 het〉2 [vaargeul] channel3 [vaart] canal————————diep22 [zich ver naar beneden/achteren uitstrekkend] deep3 [met betrekking tot geluiden] deep♦voorbeelden:1 met diepe eerbied • with deep/profound respectdiep medelijden met iemand hebben • deeply sympathize with someonediepe minachting • profound contempt2 een diep bord • a deep/soup plateeen diepe kast/kamer • a deep cupboard, a long room〈 figuurlijk〉 er gaapt een diepe kloof tussen die twee • there is a deep rift between the two of themtwee meter diep • two metres deephet water is hier diep • the water is deep herehet diepe • the deep endII 〈 bijvoeglijk naamwoord, bijwoord〉2 [ver naar achteren gelegen] deep3 [met betrekking tot kleuren] deep♦voorbeelden:in diepe gedachten/ diep gepeins verzonken • (sunk) deep in thoughteen diepe indruk maken/achterlaten • make/leave a deep impressionalles was in diepe rust • everything was utterly peacefuleen diepe slaap • a deep sleepeen diep stilzwijgen bewaren • maintain complete silencein zijn diepste wezen • in the depths of one's beingeen diepe zucht • a deep sighdiep in iets doordringen • penetrate something deeplydiep nadenken • think hardhet zit niet erg diep bij hem • 〈 met betrekking tot verdriet, geloof enz.〉 his sadness (belief etc.) doesn't go very deepdiep in zijn hart • deep (down) in one's heartdiep in het bos • in the depths of the forestuit het diepste van zijn hart • from the bottom of one's hearttot in het diepste van zijn ziel geroerd • moved to the depths of one's soul2 [zeer] deeply♦voorbeelden:dat vooroordeel is diep geworteld • it's a deep-rooted prejudicete diep in het glaasje hebben gekeken • have had one too manydeze boot ligt vier voet diep • this ship draws four feet of waterdiep onder de dekens kruipen • creep right down under the blanketshij is diep verontwaardigd • he is deeply indignantdiep in de schulden zitten • be deep in debttot diep in de nacht • deep into the night -
10 asleep
adj. in slaap[ əslie:p]1 in slaap ⇒ slapend, sluimerend♦voorbeelden:fast/sound asleep • in een diepe slaap -
11 lourd
lourd1 [loer]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉♦voorbeelden:lourd chagrin • groot verdrietfaute lourde • ernstige foutfrais lourds • hoge kostenlourde hérédité • zwaar belaste erfelijkheidse sentir les jambes, les paupières lourdes • zwaar in de benen zijn, slaap hebbensilence lourd • drukkende stiltesommeil lourd • diepe slaaptemps lourd • drukkend weerune table lourde de livres • een tafel beladen met boekenune phrase lourde de menaces • een zin vol dreigementenlourd de conséquences • met ernstige gevolgenyeux lourds de sommeil • ogen die bijna dichtvallen van de slaapport en lourd • haven voor het verladen van zware goederenle lourd compact • zware goederen→ main————————lourd2 [loer]〈 bijwoord〉♦voorbeelden:il fait lourd • het is drukkend (weer)ça ne fait pas lourd • dat is niet veel (geld)〈 figuurlijk, informeel〉 il n'en sait pas lourd, il n'en fait pas lourd • hij weet er niet veel van, hij doet niet veel→ coeur1. adj1) zwaar, lomp, traag3) drukkend2. advzwaar, belangrijk -
12 dead to the world
-
13 fast asleep
-
14 dead asleep
in diepe slaap, diep in slaap -
15 dead
adj. dood; levenloos, gevoelloos; absoluut; pal; dode; holst--------adv. compleet, totaal; zeker; (Slang) extreem, heel (Bv. "Our vacation in the Bahamas was dead good")--------n. dood; ten midden (van), in de kern (van)dead1[ ded] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 hoogte/dieptepunt♦voorbeelden:the dead of winter • hartje winter————————dead2〈 deadness〉1 dood ⇒ overleden, gestorven3 onwerkzaam ⇒ leeg, uit, op♦voorbeelden:leave for dead • voor dood achterlatenthe dead • de dode(n)raise from the dead • uit de dood wekkenrise from the dead • uit de dood opstaandead coal • dove/ 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉dead flame • uitgedoofde vlamdead match • afgebrande luciferthe radio is dead • de radio is uitgevallen/doet het niet (meer)cut out (the) dead wood • ontdoen/verwijderen van ballast/overbodige franje¶ dead as a doornail/as mutton • morsdood, zo dood als een pier〈 slang〉 dead duck • mislukk(el)ing, verliezerdead end • doodlopende straat; impasse, dood puntcome to a dead end • op niets uitlopen〈 sport〉 dead heat • gedeelde eerste (tweede enz.) plaatsbeat/flog a dead horse • oude koeien uit de sloot halenstep into a dead man's shoes • iemand opvolgenwait for a dead man's shoes • op iemands bezit/erfenis/baantje azen〈 informeel〉 dead from the neck up • hersenloos, stompzinnigdead nettle • dovenetelQueen Anne is dead • (dat is) oud nieuwsdead weight • dood gewicht, dode last; 〈 techniek, technologie〉deadweight, draagvermogen, eigen gewicht; 〈 figuurlijk〉 ongedekte schuldgo dead • vastlopen, niet verder kunnen; 〈 figuurlijk〉 opgeven; verbroken worden, uitvallen 〈 van verbinding〉〈 informeel〉 I wouldn't be seen dead in that dress/in there • voor geen geld/goud zou ik me in die jurk/daar vertonenI'll see you dead first • over mijn lijkII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉2 volkomen ⇒ absoluut, compleet♦voorbeelden:in dead earnest • doodernstigdead silence • doodse stilteon a dead level • precies naast elkaar¶ the dead spit of (his father) • het evenbeeld van/precies (zijn vader)————————dead3〈 bijwoord〉2 pal ⇒ vlak, onmiddellijk♦voorbeelden:dead certain • honderd procent zekerdead drunk • stomdronkendead easy • doodsimpelbe dead right • groot gelijk hebbendead slow • met een slakkengangdead straight • kaarsrechtstop dead • stokstijf blijven staandead tired/exhausted • doodop, bekaf2 dead ahead of you • pal/vlak voor je (uit) -
16 fast/sound asleep
fast/sound asleep -
17 fast
adj. snel; vlug; vast; sterk; stevig; achter pleziertjes aangaand--------adv. snel; hard; vóór; geraffineerd; vast; trouw--------n. vast (het niet eten); vasten, lijden--------v. vastenfast1[ fa:st] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————fast21 vast ⇒ stevig, hecht♦voorbeelden:make fast • stevig vastmakenfast lane • er rijbaan, inhaalstrook 〈 van autoweg〉fast train • sneltreinlive in the fast lane • een jachtig/hectisch leven leidenfast and furious • uitbundig〈 slang〉 pull a fast one on someone • met iemand een vuile streek uithalen, iemand afzetten————————fast3〈 werkwoord〉1 vasten————————fast4〈 bijwoord〉2 snel ⇒ vlug, hard♦voorbeelden:hold fast to something • iets stevig vasthouden -
18 lethargy
n. lethargisch, slaperig; diepe slaap; niet geïnteresseerd; vermoeid[ leθədzjie] -
19 dead sleep
n. diepe slaap, sluimer -
20 lethargically
adv. vanuit een diepe slaap
Страницы
- 1
- 2